donderdag 8 november 2007

Gangen

Algemeen voorkomende gangen zijn: stap, draf en galop
stap noemt men wel een 'viertakt' gang. Men hoort vier hoefslagen. Er is afwisseling van 'diagonale ondersteuning' en 'laterale' ondersteuning, met daartussen telkens periodes dat het paard op drie benen staat. Paard tilt bijvoorbeeld eerst links voor op en staat op drie benen. Dan verlaat rechtsachter de bodem (paard staat op diagonaal: linksachter rechtsvoor). Linksvoor landt weer (paard op drie benen, alleen rechtsachter is in de lucht). Paard brengt rechtsachter naar voor en vlak voor het neerkomen van rechtsachter verlaat rechtsvoor de bodem, heel even staat het paard op de lateraal van de beide linkerbenen. Daarna (rechtsachter is geland) gaat het rechtervoorbeen naar voor terwijl het paard even op drie benen staat. Vervolgens tilt het paard linksachter op (staat op diagonaal: rechtsachter linksvoor).
draf is een diagonale gang. Links-voor en rechts-achter, rechts-voor en links-achter worden tegelijk opgetild en neergezet. Men hoort 'twee hoefslagen'.
galop is een drietelgang: men kan tellen: een, twee, drie, pauze. In de rechtergalop zet het paard eerst linksachter neer, vervolgens rechtsachter en linksvoor tegelijk en eindigt met rechtsvoor neerzetten, terwijl ondertussen linksachter de bodem al weer verlaten heeft. Vervolgens tilt het paard ook de diagonaal 'rechtsachter linksvoor' op en heeft alleen rechtsvoor nog contact met de bodem. Daarna volgt het 'zweefmoment', alle hoeven hebben de bodem verlaten. In de linkergalop begint het paard met rechtsachter, vervolgens linksachter en rechtsvoor en eindigt met linksvoor. Drie handelingen, vandaar drietel plus pauze.
rengalop is een viertelgang. De gang is bijna hetzelfde als de gewone galop, alleen tilt het paard ieder been afzonderlijk op. Dat zijn dus vier handelingen.

Geen opmerkingen: